Inhoud van HKM Periodiek nr. 4

De leden van de HKM kunnen in dit nummer kennismaken met de nieuwe voorzitter van de HKM: Hans Kuijl. Nog niet officieel benoemd omdat de Algemene Ledenvergadering dit jaar niet door kon gaan, maar wel al vast aan de slag gegaan. Hij wordt geïnterviewd door Rob Franse.

Dit Periodiek wordt geopend met een bijdrage van Carlo de Meijer getiteld ‘Van Snaefsburg tot Snavelenburg’. Aanleiding is het 25-jarig bestaan van Zorgcentrum Snavelenburg in 2021. Deze naam is niet toevallig gekozen, maar ontleend aan het destijds in deze omgeving aanwezige ‘huys’ Snaafburg. Het artikel beschrijft de geschiedenis van dit kasteel.

In het artikel ‘De kaartjes van Maarssen in de gemeenteatlas van Jacob Kuyper’ vertelt Kees Floor hoe deze cartograaf rond 1868 alle toenmalige gemeenten in kaart bracht. Het grondgebied van de (voormalige) gemeente Maarssen ressorteerde toen nog onder vijf afzonderlijke gemeenten: Maarssen, Maarsseveen, Tienhoven, Zuilen en Westbroek. Elk van deze gemeenten had een eigen kaart in de atlas. De kaarten zijn afgedrukt in het artikel en worden kort behandeld.

Wally Smits keert terug naar zijn jeugdjaren in de bijdrage ‘Het Schilderskwartier in Maarssen, wel 100 ooms en tantes!’. Hij vertelt hoe het was om buiten spelen in de naar zijn gevoel eeuwigdurende zomers van zijn jeugd in deze buurt. De buurt bestond uit ‘wel 100 ooms en tantes’. De realiteit was minder romantisch: de nieuwgebouwde naoorlogse huizen bleken van een rampzalige kwaliteit te zijn. De kinderen, ach, die merkten er niets van; die hadden een prachtige jeugd en speelden er lustig op los.

In ‘De wandeling van De Pijper in 1916’ loopt Ria Tijhuis van het voormalige eetcafé Ten Tuck (nu Le Brasseur) naar het sluishuisje op de Nassaustraat. In het artikel wordt de geschiedenis uit de doeken gedaan van het ‘huys’ Ten Tuck. Al in 1620 komen we deze naam in de stukken tegen. Ook de geschiedenis van het sluishuisje met de schutsluis voert ons terug naar vorige eeuwen. In dit geval naar 1532, toen Karel V toestemming gaf om een watergang te graven van de Looydijk naar Maarssen.

In ‘Onvriendelijke vrienden; rumoer rond Goudestein’ beschrijft Luuc Kooijmans de roerige familiegeschiedenis van de verhouding tussen vader en zoon Joan Huydecoper I en II en tussen Joan II en Jan Elias Huydecoper. Dit nummer van het Periodiek wordt zoals gebruikelijk afgesloten met de ‘De Oude Schoenendoos’ van Hans Sagel. Hij vertelt over een muurschildering in het voormalige gemeentehuis van Zuilen die bij verwijdering van het oude behang werd aangetroffen.